Kittens – kittenvoeding stap voor stap

Ze zijn ontzettend schattig… kittens. Ze worden na zo’n 63 dagen geboren en zijn compleet hulpeloos. Een kitten kan namelijk net na de geboorte niets horen of zien. Het is volledig afhankelijk van de moeder.

Kittens beginnen heel klein: ze wegen bij de geboorte ongeveer 100 gram. Iedere 2-3 uur drinken ze bij de moeder. In de eerste dagen is het vooral belangrijk om bij te houden of een kitten groeit. Weeg elke kitten minstens 1x per dag, dan kun je zien of ze genoeg melk binnenkrijgen en goed groeien. Is een kitten erg pieperig en komt hij niet aan in gewicht, dan geeft mama-poes waarschijnlijk niet voldoende melk. Oplossing is simpel; geef hem dan wat extra kittenmelk.

Beginnen met vast voer
Vanaf 3 tot 4 weken na de geboorte kunnen de kittens bijgevoerd worden, liefst met blikvoeding. Dit is zacht en daarom gemakkelijk te eten. Kittens moeten 5 tot 6 keer per dag gevoerd worden. Je kunt het blikvoer op een schoteltje geven. Je kitten zal nog wel moeten leren eten van een schoteltje. Dit kun je doen door een beetje eten op je vinger te doen en dat af te laten likken. Vervolgens leg je je vinger op het schoteltje, totdat de kitten het eten van het schoteltje likt. Op een leeftijd van 6 tot 8 weken zijn de meeste kittens aan het vaste voer gewend. Hierna hoeven ze niet meer bij de moeder te drinken, dit wordt spenen genoemd.
Na het spenen is een uitgebalanceerde voeding van belang voor het gezond opgroeien. Te weinig, te veel of verkeerde voeding kan ernstige gevolgen hebben voor de rest van zijn leven.

Welk soort voer geef je?
Zorg dat de moeder genoeg te eten krijgt. Om melk te kunnen geven heeft ze veel energie, dus voer, nodig. De moederpoes moet onbeperkt eten tot haar beschikking hebben (dit heet ad lib voeren). Het beste is om de moederpoes al vanaf 2/3 van de zwangerschap op energierijkvoer over te zetten. Gedurende het einde van de zwangerschap en tijdens het zogen krijgt ze dan het geschikte voer. Een extra voordeel is dat, zodra de kittens vast voer gaan eten, ze gelijk mee kunnen gaan eten met hun moeder.